Laten we beginnen met de grootste boosdoener: stress. Ons lichaam reageert op stress door het hormoon cortisol vrij te geven. Cortisol brengt het lichaam in een staat van paraatheid: er wordt extra energie vrijgemaakt om een fysieke inspanning te leveren, denk aan vluchten.
Voor onze voorouders, die soms echt moesten vluchten (voor een wild dier, bijvoorbeeld), was de stressreactie met de aanmaak van cortisol heel belangrijk. In onze huidige samenleving is deze reactie echter minder nuttig, want de stress die we ervaren is vaak chronisch en mentaal van aard. De extra energie die door de stressreactie vrijkomt, wordt in deze gevallen niet gebruikt.
Cortisol helpt bij het vrijmaken van glucose, vetzuren en aminozuren voor energie, maar bij gebrek aan fysieke activiteit wordt deze energie niet verbruikt. Hierdoor, en door insulineresistentie veroorzaakt door chronische stress, slaat het lichaam meer vet op. Dat gebeurt vooral rond de buikstreek, waar vetcellen gevoeliger zijn voor cortisol. Dit proces wordt verergerd door een voedingspatroon rijk aan snelle suikers, wat leidt tot extra buikvet.