Shilajit wordt in hoogvlaktes en gebergtes gevonden. Het komt vooral voor in de bergen van Centraal-Azië, maar ook op hoogvlaktes in Iran, Syberië, Mongolië en in het Andesgebergte, in het zuiden van Peru.
Shilajit betekent in het Sanskriet ‘veroveraar van de bergen’ en ‘bestrijder van zwakte’, maar kreeg bijna in elk land waar het werd gevonden een speciale naam van de lokale bevolking. Zo wordt shilajit ‘olie van de bergen’ genoemd in Siberië, ‘bergsap’ in Tibet, ‘bloed van de berg’ in Myanmar en ‘zegen van de natuur’ in Nepal. Die benamingen zeggen iets over de eigenschappen die al sinds oudsher aan shilajit werden toegeschreven.