Vitamine D is een belangrijke voedingsstof met veel voordelen voor ons lichaam. De vitamine draagt namelijk bij tot de normale opname van calcium en fosfor. Deze twee mineralen zijn belangrijk voor het behoud van sterke botten en tanden. Calcium is specifiek nog goed voor de spieren.1,2
In de richtlijnen is aanbevolen dat volwassenen en kinderen vanaf de geboorte (voor kleine kinderen zijn er speciale supplementen) elke dag 10 microgram (μg) of 400 IU (Internationale Eenheid) vitamine D nodig hebben. Vanaf 70 jaar is dit 20 μg vitamine D.2,3
Er zijn een aantal manieren waarop je dit kunt doen: het eten van bepaalde voedingsmiddelen, in de zon zijn en het nemen van vitamine D-supplementen.1,2
Onderstaande voedingsmiddelen bevatten kleine hoeveelheden vitamine D en kunnen je helpen om meer vitamine D binnen te krijgen:2,4,5
Hoewel het goed is om veel vitamine D via je voeding binnen te krijgen, is blootstelling aan zonlicht het belangrijkste. Je huid absorbeert namelijk de zonnestralen.6,7 Het is echter aan te raden om in de herfst- en wintermaanden dagelijks een vitamine D-supplement te nemen. In deze maanden kan het moeilijk zijn om voldoende vitamine D uit de zon te halen.2
Daarom heb je misschien weleens gehoord dat vitamine D de 'zonnevitamine' wordt genoemd.
Vanaf eind maart/begin april tot eind september is het uv-niveau boven de 3. Dan kunnen de meesten van ons genoeg vitamine D binnenkrijgen door zonlicht via de huid.8 Doe dit wel verstandig en vermijd langdurige blootstelling, want dit kan leiden tot een verhoogd risico op huidkanker.2