Zolang we stilzitten of activiteiten doen met een lage intensiteit (zoals een rustige wandeling), verbrandt ons lichaam voornamelijk vet als brandstof. Zodra je bijvoorbeeld begint te fietsen, voetballen of hardlopen en je hartslag omhoog gaat, heeft jouw lichaam koolhydraten nodig als brandstof. Op dat moment worden jouw glycogeenvoorraden aangesproken om deze te leveren, met name het spierglycogeen in de actieve spieren. Hierbij geldt dat hoe langer en/of intensiever de inspanning is, hoe meer koolhydraten noodzakelijk zijn en hoe sneller jouw glycogeen verbruikt wordt.
Het glycogeen in jouw lever heeft een iets andere rol: deze voorziet ons lichaam continu van benodigde energie om onze vitale functies in stand te houden. Zo voorziet dit bijvoorbeeld ons brein van de benodigde koolhydraten, zelfs als we slapen.1,2